
Bepaalde onderzoeken vertellen ons dat de effectiviteit van onze communicatie 93% wordt bepaald door non-verbale taal eerder dan door de inhoud (of woorden). Of deze onderzoeken nu kloppen of niet, ik denk dat het toch de moeite loont om hier goed bij stil te staan en je volgende vragen te stellen : Hoe kan ik non-verbale communicatie dan beter "gebruiken" en leren "kennen"? Hoe neem ik zingtuigelijk waar ? Hoe leer ik observeren met zintuiglijke scherpzinnigheid ? Hoe kan ik herkennen of iemand liegt of niet ?
Hoe leg je dus op bepaalde dingen de "vinger op" ?
Door zintuiglijke waarneming: kalibreren en mindreading
Kalibreren (ijken)
Het herkennen wanneer mensen in een bepaalde stemming zijn of in een andere stemming geraken. Aangezien lichaam en geest een eenheid vormen, geven de kleine veranderingen in ons non-verbaal gedrag vaak weer wat we denken of hoe we ons voelen. Sommige mensen nemen waar dat iemand “ja” zegt, maar “neen” denkt.
Met kalibreren leren we het verschil waarnemen tussen het verbale en non-verbale.
Bovendien leren we wat die minimale veranderingen betekenen.
Hoe ? Door anderen te observeren met zintuiglijke scherpzinnigheid
Met zintuiglijke scherpzinnigheid nemen we kleine veranderingen waar.
De 5 belangrijkste zijn :
1. Huidskleur (gelaat) : licht ........donker
2. Spierspanning : strak .......los
3. Ademhaling:
Ritme : snel ..........langzaam
Waar : hoog ..........lag
4. Onderlip : strak ..............los
5. Ogen : focus in ............focus uit
Mindreading (gedachten lezen / raden)
Bij mindreading geven we betekenis aan het gedrag van de ander zonder dit te controleren bij de persoon zelf. Mindreading is de magische capaciteit om iemand's "mentaal terrein" af te lezen uit hun woorden, emoties en lichaamstaal. In de volksmond spreekt men inderdaad gemakkelijk van een buikgevoel. Mijn tip “Luister” bewuster naar je 'buikgevoel' en bevraag, test, onderzoek de achterliggende betekenis ! Doe er dus iets mee ga er wel niet zomaar op verder dat zou te kort door de bocht zijn.
Oefen zelf :
Geef aan of er bij onderstaande zinnen sprake is van kalibreren (K) of mindreading (M):
- Dat ze niet tevreden was met haar wagen was zichtbaar
- Zijn ogen gingen naar boven en hij glimlachte
- Ze keek erg gespannen toen ze binnenkwam
- Na afloop van de discussie was hij opgelucht
- Zij bloosde toen hij die opmerking maakte
- Terwijl zijn ademhaling sneller werd ging zijn spreektempo ook naar boven
- Ze knipperde met haar ogen toen ze begon te praten
- De ontroering in zijn stem was duidelijk hoorbaar
- Als hij praat dan beweegt hij continu met zijn handen
- Zijn stem ging omhoog dus hij maakte zich kwaad