
Op vraag van mijn deelnemers van vorige week, geef ik hieronder een checklijstje van de DO's en DONT's rond feedback geven :
DOEN · Spreek over het concrete gedrag dat je waarnam ("Ik zie dat je de enige bent die niet akkoord kan gaan met dit voorstel, hierdoor loopt de vergadering vast") · Blijf bij feiten en zaken die de andere kan veranderen · Gebruik een IK-boodschap : -meldt wat je opmerkt (= gedrag), -wat het met je doet (= gevoel) -wat dit met zich meebrengt (= gevolg) -hoe je het eventueel anders wil (= toekomst) · Kies voor de juiste tijd en plaats · Zeg waarom je die feedback geeft · Wees duidelijk (specifiek en feitelijk) spreek over het gedrag, de feiten (speel de bal niet de speler) · Direct van gever naar ontvanger · Probeer je feedback als eerlijk, bezorgd en zonder verborgen agenda te laten overkomen · Feedback dient zo snel mogelijk gegeven e worden. · Geef de ontvanger de tijd om de feedback al dan niet aan te nemen, te laten bezinken en geef de ruimte om het te bespreken · Check wat de feedback bij de andere doet, de gevoelens dat het oproept, ga in dialoog door met open vragen naar de huidige gemoedstoestand te vragen (wat doet dit met je, hoe zie jij dit,... · Controleer of je feedback werd begrepen en of de andere het met je feedback eens is · Vraag of hij/zij dergelijke feedback nogal eens kreeg · Laat de keuze aan de ontvanger (en geef eventuele gevolgen hiervan aan) om er iets mee te doen, bied wel je hulp, steun, tijd aan · Respecteer de mening, gevoelens, overtuiging, … van de ander · Waardering kan je uiten in het bijzijn van anderen, kritiek tijdens een persoonlijk één-op-één gesprek | NIET DOEN · Spreek over de persoon (“je bent een dwarsligger”) · (Ver)oordelen (“het is jouw schuld dat we onze omzet niet haalden …”) · Veralgemenen (“het is altijd hetzelfde met jou”) · Bijhouden voor later (bv. oppotten tot op het jaarlijkse beoordelingsgesprek) · Indirect (via ... via ...) · Spreken in "men"of "ze" - termen · Niet toetsen of de feedback duidelijk was (en aldus niet bezorgd zijn om de andere) · Retorische vragen stellen ("Was jij niet iemand waar ik altijd zou kunnen op rekenen ?") · Verbloem je feedback (=de pil vergulden) · Oude koeien terug bovenhalen · De andere overvoeren met feeback · Geen oog hebben voor het effect bij de anderen (emoties, lichaamstaal, stiltes, …) · Blijven hangen in het verleden (wat toch niet meer kan veranderd worden) · Feedback opleggen ("Het is voor je eigen bestwil") ... het is uiteindelijk de vrijheid van de andere om aan de feedback gevolg te geven · Verwijzen naar zaken waar de ontvanger geen controle over heeft · Slechts één- of twee maal per jaar feedback geven, in dat geval heeft dit niet echt invloed op de prestaties en wordt het vooral als beoordelend aangevoeld en te formeel dikwijls opgelegd door het bedrijf. · De indruk geven dat de ander het maar zelf moet zien op te lossen, dat hij/zij er alleen voor staat. Het een probleem is en ook hun probleem is |
Laat het me weten zo blijven we in verbinding.